Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom [49]zal mijn volk [50]gevankelijk weggevoerd worden, [51]omdat het geen wetenschap heeft; en deszelfs heerlijken zullen honger lijden, en [53]hun menigte zal verdorren van dorst. 49. Hebreeuws, is mijn volk weggevoerd. Dit was wel te dezer tijd nog niet geschied; maar de profeten zijn gewoon te spreken van toekomstige dingen alsof zij alrede geschied en voltrokken waren, ten aanzien van de zekerheid der voorzeggingen Gods. 50. Te weten, naar Babel. 51. Dat is, dewijl het des Heeren werk niet gekend noch in acht genomen heeft. 52. Hebreeuws, en zijne eer zullen mannen, of lieden des hongers zijn; dat is, de heerlijksten en voornaamsten onder het volk zullen honger lijden. 53. Dat is, het gemene volk, gelijk vs.14. Anders: en hun rijkdom zal verdorren van dorst, alzo ook vs.14.